De agapornis


DE GESCHIEDENIS

Alle 9 soorten agaporniden of populair gezegd dwergpapegaaien, komen uit Afrika en omliggende eilanden zoals Madagascar.
Agaporniden zijn te herkennen aan hun korte ronde staart en behoren niet tot de parkieten maar tot de papegaaien.
De oorspronkelijke hoofdkleur is groen, maar door kweek zijn er vele kleurmutaties ontstaan. Juist die vrolijke kleuren en hun levendigheid maken dat deze vogels mateloos populair zijn.
De soortnaam Agapornis stamt af van de Griekse woorden Agapein (=liefkozen) en Ornis (=vogel), en net als de Engelse naam 'Lovebirds', typeert het deze vogels uitstekend. Dwergpapegaaien worden dan ook bij voorkeur paarsgewijs gehouden. De drie meest voorkomende soorten zijn de Ag. roseicollis (roze kop), de Ag. fischerie (oranje kop) en de Ag. personata (zwarte kop).

HUISVESTING
In uw huisdierenspeciaalzaak zijn verschillende modellen parkietenkooien verkrijgbaar. Kies voor een ruime kooi (minimaal 50 x 35 x 60 cm hoog), waarvan de tralies horizontaal lopen, voor veel klimplezier met stevige liefst houten zitstokken.

De kooi voor dwergpapegaaien moet op een vochten tochtvrije plaats gezet worden, zonder dat de zon de hele dag in de kooi schijnt. Als dat toch zo is, zorg dan voor een schaduwplekje. Zet of hang de kooi op ooghoogte, u doet daarmee de vogels echt een plezier.
Een nestkast in de kooi wordt ook graag gebruikt als slaapplaats.

Als bodembedekking worden i.p.v. schelpenzand steeds vaker plantaardige korrels gebruikt of beukensnippers (met milieukeur, dan kan alles bij het schoonmaken in de groencontainer!) Deze bodembedekking stuift veel minder, en neemt beter vocht op. Over deze bodembedekking strooien we wat vogelgrit met maagkiezel, nodig voor de mineralen en een optimale spijsvertering.

DE VOEDING
Dwergpapegaaien zijn zaadeters, en het hoofdvoer voor dwergpapegaaien bestaat dan ook uit een mengsel van zaden die zij ook in de natuur eten. Dwergpapegaaien pellen het zaad, de zaaddopjes blijven in het voerbakje achter. Blaas elke dag deze lege zaaddopjes weg, en pas als alle zaden bijna op zijn weer bijvullen. Naast dit hoofdvoer bestaat de dagelijkse voeding voor 1/3e deel uit eikrachtvoer. In dit eikrachtvoer zitten o.a. dierlijke eiwitten die van groot belang zijn voor de conditie van uw vogel. Ook trosgierst (zaden in de halmen) mag in de kooi nooit ontbreken, het is heel gezond en geeft uw dwergpapegaaien een goede afleiding. Zonnepitten mogen, vanwege het hoge oliegehalte, slechts een paar per dag als traktatie gegeven worden. Ondanks dat dwergpapegaaien niet veel drinken, moet u toch iedere dag het drink en badwater verversen (niet te koud). Verder maakt een mineraalblokje en wat knabbeltakjes van wilgenhout het menu compleet. Ook groenvoer en fruit mag u aan uw dwergpapegaaien geven, maar wel steeds zeer kleine stukjes. Door het eten van teveel of nat groenvoer, kan diarree ontstaan.

WETENSWAARDIGHEDEN
Voor het tam maken moet men een jonge dwergpapegaai nemen. Het makkelijkste is een vogel van zes weken. De eerste dagen laat u de vogel in zijn kooi zitten en aan de nieuwe omgeving wennen. Het komt veel voor dat de jonge vogel de eerste dag, soms ook wel twee dagen niet wil eten. De vogel zit maar stil op een stokje of op de bodem van de kooi. Men spreekt dan van een aanpassingscrisis. Na één of twee dagen zal de vogel zich hebben aangepast. Strooi ook wat voer op de bodem van de kooi, totdat u ziet dat hij uit de nieuwe voerbakjes heeft gegeten. Is de vogel wat gewend, probeer hem dan op zijn borst te aaien, duw zachtjes tegen zijn buik aan en kijk of hij in de kooi op uw vinger wil gaan zitten, en laat hem overstappen op uw andere vinger. Is hij dit in de kooi gewend, probeer het dan ook buiten de kooi.Vliegt hij weg, zet hem opnieuw op uw vinger. Als u hem terug in de kooi wil zetten, laat hem dan van uw vinger af in de kooi klimmen. Zo zal hij ook weer in zijn kooi gaan als hij later wat rond heeft mogen vliegen. Op deze manier bouw je het spelen met de vogel op. Let op dat u dit het eerst in de avonduren doet, want als het buiten wat donker is, zal hij niet makkelijk tegen de raam aan vliegen. U kunt natuurlijk ook de gordijnen sluiten om hem te laten wennen. Let altijd goed op andere huisdieren zoals hond of kat, en controleer of ramen en deuren goed gesloten zijn!

Dwergpapegaaien zijn echte gezelschapsdieren. Het is daarom ook veel leuker om twee of meer dwergpapegaaien te houden.Als u beide tam wil maken, koop ze dan niet tegelijkertijd. Schaf de tweede dwergpapegaai aan als de eerste tam is. U kunt dan weer wat meer tijd besteden aan de tweede dwergpapegaai en de reeds tamme huisgenoot zal dan de nieuwe vogel meenemen door de kamer en na enkele dagen of weken zal ook deze vogel zich volledig hebben aangepast. Het leren praten van meerdere dwergpapegaaien kunt u vergeten, zij spreken hun eigen taal. Een dwergpapegaai die alleen gehouden wordt zal sneller de geluiden van mensen overnemen. Dwergpapegaaien moeten regelmatig vrij rondvliegen. Let op dat ze niet van de kamerplanten eten, omdat sommige giftig zijn. Het is wenselijk de vogels in huiselijke kring te plaatsen, waar de dwergpapegaaien voldoende gezelschap hebben. Een slaap of studeerkamer is dus niet de aangewezen plaats. Een dwergpapegaai houdt van gezelligheid, en is een van de meest speelse vogels die er zijn. Afleiding kunt u hem ook geven in de vorm van speelgoed. Er zijn schommeltjes, metalen spiegeltjes en vele andere speeltjes (geen plastic!). Met deze speeltjes kan de dwergpapegaai zich urenlang vermaken en vertelt hele verhalen aan zijn evenbeeld in het spiegeltje. Gebruik spiegeltjes nooit in de periode dat u de dwergpape gaai tam probeert te maken, het leidt teveel af!

Ook dwergpapegaaien nemen een bad. Er zijn badjes verkrijgbaar die voor de deuropening van de kooi geplaatst kunnen worden. Als een dwergpapegaai niet wil baden dan is het aan te bevelen de vogel met een plantenspuit te besproeien. Het verenpak heeft absoluut vocht nodig, zeker door de droge lucht in onze woningen met centrale verwarming.

VOORTPLANTING
Bij de meeste soorten agaporniden is er geen uiterlijk geslachtsonderscheid, en zal het goed observeren van het paaren broedgedrag uitsluitsel moeten geven.Er wordt beweerd dat het vrouwtje een plattere en bredere schedel zou hebben, maar ook dat is geen garantie. Vanaf de leeftijd van 8 - 10 maanden kunt u met de dwergpapegaaien kweken.

In uw huisdierenspeciaalzaak zijn nestkasten te koop voor dwergpapegaaien (waar ze het hele jaar door ook in slapen!), uitgeholde berkenboomstammen of houten nestkasten van ongeveer 18 x 20 x 25 cm. De deksel moet eraf kunnen om nestcontrole mogelijk te maken. Het vrouwtje van de dwergpapegaai bouwt het nest en het is leuk om te zien hoe ze de (wilgenhout) takjes en twijgjes tussen haar veren mee neemt naar haar nest. Verse bast van bijvoorbeeld wilgenhout zal de vochtigheidsgraad in het nestblok verhogen, wat sterk aan te raden is. Nadat ze 3 - 5 eitjes gelegd heeft, begint ze met broeden en na 22 tot 25 dagen komen de jongen uit het ei. Jonge dwergpapegaaien groeien snel en al na 6 weken zullen ze het nest verlaten. Ze moeten nu nog wel enkele dagen bij hun ouders blijven zitten, voordat ze helemaal zelfstandig zijn.

GEZONDHEIDSZORG
Minstens eenmaal per jaar is uw dwergpapegaai in de rui. U herkent deze periode door de vele losse veertjes die u in zijn kooi vindt. Dat vernieuwen van het verenkleed kost meer energie dan u denkt, het verlaagt sterk zijn weerstand. Het is dan aan te raden gedurende deze periode extra vitaminedruppels en mineralen aan het voer toe te voegen. In de natuur houden vogels door krabben en wroeten hun nagels kort. Wij moeten ze een handje helpen. Dat knippen kunt u best zelf, als u maar zorgt dat u de nagelader niet doorknipt.

U kunt de nagels ook laten knippen in uw huisdierenspeciaalzaak. Een gezonde dwergpapegaai is levendig en laat zich regelmatig al kwetterend horen. Blijft uw vogel echter op de grond zitten, of steekt hij zijn kop tussen zijn veren, dan is er duidelijk iets mis. Zet de vogel op een warme plaats (max. 35gr.), controleer of de ogen en neusgaten van uw dwergpapegaai schoon en helder zijn en of hij geen diarree heeft.Aarzel niet, en raadpleeg in zo'n geval altijd meteen uw DISCUS huisdierenspeciaalzaak of dierenarts.

Minimaal één keer per week moet u de hele kooi schoonmaken, ook de zitstokken en het speelgoed niet vergeten. Door een schone kooi worden ziektes voorkomen.